Rupert Spira gaat in op de functie van het ego als activiteit van het ware zelf.
Elk van onze geesten is de instantie waardoor het oneindige bewustzijn de wereld kent. Wij zijn de ogen van God in religieuze taal. De ogen waardoor God zichzelf ziet als de wereld. We proberen niet te veranderen dat God elk van onze geesten nodig heeft om zichzelf als de wereld te kennen. Maar het is wanneer wij vergeten dat wij tijdelijke modulaties zijn van Gods oneindige wezen en wij geloven dat ik een afgescheiden zelf ben op mijzelf, de gedachte dan opkomt dat dit afgescheiden zelf breekbaar is en in nood verkeert. Het vergeten is een kwestie die correctie behoeft. Waarom? Omdat met het vergeten van onze ware aard ook het vergeten van de vrede en het geluk komt, die inherent zijn aan onze ware aard. Met andere woorden, het is de oorzaak van lijden en we kunnen niet zeggen dat lijden geen probleem is.