Misschien heeft het met mijn leeftijd te maken (ik ben geboren in 1953) dat ik steeds maar naar opvattingen en overtuigingen kijk als naar instrumenten.
Een mens heeft instrumenten nodig. Fysieke zoals een hamer en een nijptang, sociale zoals de groep en geestelijke zoals het geloof.
Over het instrument zijn van een hamer zal ik met de meeste mensen wel overeenstemming kunnen bereiken. Hoewel, als meestertimmerman met een prachtige collectie oude hamers, kan ook de hamer mythische dimensies krijgen. Maar we spreken dan over een uitzondering. Voor de meeste van ons is de hamer (die hier staat voor alle fysieke hulpmiddelen) gewoon een ding dat je soms nuttig kunt gebruiken om iets te bereiken. En een instrument is nooit doel op zichzelf maar altijd middel (instrument) voor iets anders.
Als ik zeg dat vriendschap een instrument is dan zal niet iedereen daar blij van worden. En als ik dan bovendien nog stel dat elk geloof of overtuiging (x-isme) een instrument is en niet meer dan dat, dan zijn bij velen de rapen gaar.
Pasen is een instrument om chocolade eieren te verkopen. En als je geen eieren verkoopt is het een mooi instrument voor een extra vrije dag of een instrument om de Matteus-passie maar weer eens te zingen of een instrument om je geloof in de opstandig van Christus weer eens te vernieuwen.
Het eigene aan een instrument is dat het inwisselbaar is. Het ene instrument eenvoudiger dan het andere, maar toch: inwisselbaar.
Om een evenwichtig leven te leiden kan het christelijk geloof een mooi instrument zijn (of een hindernis), maar evengoed kun je daar het gedachtengoed van Spinoza voor gebruiken of de achterkant van de VPRO-gids. Punt is, dat niemand anders voor jou kan bepalen wat voor jou een goed instrument is. Zo komt de een in hemelse sferen bij het dansen van de tango en zijn overbuurman bij het lezen van zijn sportkrant of het plakken van zijn postzegels of het zeggen van zijn gebed.
Wat is nu het oudste instrument. Dat is, het moge evident zijn, ons lichaam. Voor sommigen bestaat er naast het lichaam nog een ziel, en voor enkelen ook nog een geest. Maar hoe we het ook noemen, juist omdat we het kunnen noemen, is het instrument. En als een mens niet oppast is hij zelf instrument van de gehaaide politicus die denkt in kamerzetels.
Om vrij te kunnen zijn, al is het maar 1 minuut, moet je kunnen zien dat alles instrument is, zelfs de gedachte aan de vrijheid.
Nu zou iemand kunnen menen dat het bovenstaande een nihilistische gedachtengang is. Is er dan niets dat in zichtzelf waarde heeft zonder instrument te zijn?
Het enige wat er toe doet is de ontmoeting. Al het andere is instrument. En als een instrument tot een goede ontmoeting leidt dan is het een goed instrument. Als het leidt tot wapengekletter of erger dan is het een waardeloos instrument.
Of die ontmoeting er nu een is tussen mensen of anders doet aan de essentie van ontmoeting niet zoveel af.
Is een hamer dan ook instrument voor ontmoeting? Met een hamer bouw ik een huis. Dat huis geeft mij een vrije ruimte waarin ik mensen in alle rust kan ontvangen zodat wij elkaar in een goed gesprek of anders kunnen ontmoeten.
Een hamer kan natuurlijk ook instrument zijn om iemand de kop mee in te slaan.
Dat is een beetje de makke van alle instrumenten: dat zij voor zowel ontmoeting (het leven) als voor de dood kunnen worden gebruikt.
Zo is ook de Bijbel gebruikt voor zowel het leven als de dood (marteling, brandstapel, verbanning en onderdrukking).
Zalig zij die geen afgoden (= instrumenten) aanbidden.