De kracht van de omgekeerde cultus

Ik ben erg dankbaar dat ik vandaag met jullie mag spreken over het onderwerp omgekeerde cultus. Ik heb de indruk dat dit onderwerp een van de grootste en belangrijkste is die Rudolf Steiner ooit heeft geprobeerd aan te kaarten. Het behoort tot zijn belangrijke impulsen, maar helaas is het, net als veel van zijn andere ideeën, niet echt goed opgepakt.

Ik geloof dat er nauwelijks een grotere tragedie in de antroposofische beweging bestaat dan het feit dat deze impuls niet is opgepakt. Het is dramatisch en triest dat de omgekeerde cultus zo weinig aandacht heeft gekregen – tot op de dag van vandaag. Als ik de kans had, zou ik jullie graag vragen: Wie van jullie heeft al eens van de omgekeerde cultus gehoord? Ik vermoed echter dat slechts weinigen zich er intensief mee bezig hebben gehouden, hoewel het misschien wel een van de belangrijkste thema’s in het leven van Rudolf Steiner was.

Dat blijkt al uit het begrip cultus zelf, dat Steiner in zijn leven slechts drie keer heeft gebruikt. Hij stichtte drie cultusvormen – en vreemd genoeg is de omgekeerde cultus precies de zogenaamde sociale cultus. We weten allemaal dat juist het sociale aspect in onze samenleving en wereldwijd het meest te lijden heeft. Daarom ben ik diep geschokt dat juist deze sociale cultus in de antroposofie het minst aan bod is gekomen, hoewel Steiner er groot belang aan hechtte.

Nu wil ik beschrijven hoe de omgekeerde cultus tot stand is gekomen. De geschiedenis ervan is fascinerend: deze omgekeerde cultus was in feite een verjaardagscadeau van Rudolf Steiner. Hij werd op 27 februari 1923 in het leven geroepen – een zeer bijzondere datum in de antroposofische geschiedenis. Wie hiermee bekend is, weet dat dit twee maanden na de brand van het Goetheanum was. Interessant genoeg begint Steiner zijn voordracht op deze dag met een zeer verrassende uitspraak…

Twee maanden na de brand van het Goetheanum roept Rudolf Steiner op tot eerlijke zelfreflectie. Hij stelt de centrale vraag: Waarom is het Goetheanum eigenlijk afgebrand?

Op deze vraag zijn er twee opmerkelijke antwoorden. Er wordt veel gespeculeerd over de reden waarom het Goetheanum werd verwoest. Natuurlijk wordt vaak verondersteld dat het om brandstichting door tegenstanders ging – en dat is zeker juist. Maar in zijn voordracht op zijn verjaardag, op 27 februari 1923, geeft Rudolf Steiner voor het eerst in het openbaar een heel eerlijk antwoord.

Eerste antwoord: de onenigheid onder de antroposofen

Steiner legt uit dat het Goetheanum is afgebrand omdat er onder de antroposofen ongelooflijk veel onenigheid heerste. Dit is een schokkende gedachte: het gebrek aan eensgezindheid en samenwerking binnen de beweging heeft het Goetheanum in gevaar gebracht.

Steiner had al eerder gewaarschuwd dat het Goetheanum een geestelijke beschermkracht nodig had – een beschermend schild dat tot stand moest komen door eenheid, vrede en gezamenlijk geestelijk werk van de antroposofen. Maar dit geestelijke beschermende schild werd niet opgebouwd. In plaats van in harmonieuze samenwerking te werken, waren er spanningen en conflicten. Dit leidde ertoe dat de brandstichting überhaupt mogelijk werd, omdat de gemeenschap onvoldoende innerlijke kracht had ontwikkeld.

Tweede antwoord: een te intellectuele benadering van de antroposofie

Het conflict onder de antroposofen had op zijn beurt een diepere oorzaak: de antroposofie werd te intellectueel en te weinig met het hart benaderd.

Steiner benadrukt dat dit conflict te wijten is aan het feit dat velen de antroposofie vooral met het hoofd, intellectualistisch, en niet met het hart hebben opgenomen. Dit is een punt waarover tot op de dag van vandaag intensief moet worden nagedacht.

Het ongelukkige intellectualisme onder de antroposofen heeft ertoe geleid dat ze niet in vrede met elkaar konden leven, maar verdeeld raakten. Rudolf Steiner benadrukt dat het zuivere denken van de antroposofie mensen eenzaam maakt. Denken kan men alleen in een stil kamertje – maar dat is niet genoeg.

Als de antroposofie te eenzijdig alleen intellectueel wordt begrepen en haar logische bouwwerk wordt ontcijferd, leidt dit tot vervreemding onder de antroposofen. Hieruit ontstaat een afstand die uiteindelijk tot conflicten en ruzie leidt.

Waarom is het Goetheanum afgebrand?

De brand van het Goetheanum was een direct gevolg van de ruzie onder de antroposofen. Deze ruzie kwam op haar beurt voort uit het overmatige intellectualisme binnen de beweging.

Het enige tegengif: de omgekeerde cultus

In zijn verjaardagsvoordracht legt Rudolf Steiner uit dat er maar één krachtig tegengif tegen deze verdeeldheid bestaat. De strijd tussen spirituele mensen genereert een bijzondere kracht – een centrifugale kracht die de beweging uit elkaar trekt. Om dit tegen te gaan, is een analoog, even krachtig verbindend element nodig.

Volgens Steiner kan deze balancerende kracht alleen ontstaan door de omgekeerde cultus. De gebruikelijke bemiddeling of sociale vaardigheden zijn niet voldoende om de centrifugale kracht van de verdeeldheid te overwinnen. De antroposofische beweging heeft veeleer een diepe spirituele praktijk nodig die eenheid creëert en versnippering voorkomt.

Atomisering van de antroposofie

Vandaag de dag zien we hoezeer de antroposofische beweging versnipperd is geraakt – dat is al lang geen geheim meer. Steiner sprak destijds al over een atomisering van de antroposofen en hun initiatieven. Iedereen streeft een andere richting na, in plaats van samen te werken aan een sterke, samenhangende beweging.

Ik zou graag willen weten hoe jullie dit fenomeen ervaren. Hebben jullie hetzelfde?

De grote uitdaging van de antroposofische beweging

De uitdaging voor de antroposofische beweging vandaag de dag is om samenwerking en innerlijke vrede te vinden. Tragisch genoeg zag Rudolf Steiner dit probleem al toen en legde hij het uit op zijn verjaardag:

Hij benadrukte dat er een methode is die moet worden onderhouden en beoefend. Als de antroposofen zich aan deze methode wijden, ontstaat de mogelijkheid om een sterke, sociaal goed geconfigureerde en geconstitueerde beweging op gang te brengen. Maar omdat de omgekeerde cultus in de loop der jaren min of meer in de vergetelheid is geraakt, ontbreekt vandaag de dag de integrerende kracht binnen de antroposofische en spirituele bewegingen.

Een oproep tot heropleving van de omgekeerde cultus

De huidige antroposofische beweging lijdt onder versnippering en atomisering, en dat is precies wat ik met mijn boodschap wilde aankaarten. Het is dringend noodzakelijk dat we ons na 100 jaar opnieuw met deze methode bezighouden.

De omgekeerde cultus heeft een groot potentieel om de antroposofische beweging weer in een opwaartse, bloeiende ontwikkeling te brengen. Daarom wilde ik eerst dit overkoepelende perspectief uiteenzetten, voordat ik dieper op de details inga.

Sociale uitdaging en gezamenlijke uitwisseling

Dit thema van de omgekeerde cultus zou aanleiding kunnen zijn voor een intensieve sociale uitwisseling. Zelf ervaar ik deze sociale component als een bijzondere uitdaging – vooral in kleine groepen.

De vraag rijst: hoe kan een sociale brug worden geslagen tussen veel mensen? Dit is een uiterst complexe uitdaging, vooral voor een antroposofische vereniging of andere gemeenschappelijke bewegingen.

Nu zou ik graag willen weten hoe jullie dit onderwerp zien. Wie van jullie heeft nog nooit van omgekeerde cultus gehoord? Misschien kunnen jullie je digitale hand opsteken, zodat we een indruk kunnen krijgen.

Een blik op de geschiedenis van de omgekeerde cultus

O ja, er zijn er toch een aantal – Günter, heb je het overzicht? Ik zie nu 22, 23 handen omhoog. Misschien moeten we dat nog eens aankondigen: als we in gesprek willen komen, zou het handig zijn om weer digitaal je hand op te steken. Zo kunnen we allebei zien wie een vraag of een bijdrage aan het gesprek heeft.

Maar ik denk dat dit het juiste moment is om iets te vertellen over de geschiedenis van de omgekeerde cultus – wat denken jullie? Ik zie een aantal mensen knikken. Dan zal ik iets dieper ingaan op dit belangrijke onderwerp.

De situatie na de brand van het Goetheanum

De geschiedenis van de omgekeerde cultus is fascinerend. Slechts enkele weken na de brand van het Goetheanum begon een fase van intensieve beschuldigingen. De antroposofen wezen met de vinger naar elkaar:

Jullie zijn schuldig!

Nee, jullie zijn schuldig!

Jullie hebben Rudolf Steiner van zijn spirituele werk afgehouden!

Vooral de oudere antroposofen gaven de jongeren de schuld, omdat zij Rudolf Steiner met hun voortdurende vragen zouden hebben belast. Zo was de weg vrij voor ruzie.

Steiner zelf was het beu om dit voortdurende conflict en het betweterige gedrag onder de antroposofen te verdragen. Daarom besloot hij snel alle leden van de vereniging bijeen te roepen om rechtstreeks met hen te kunnen spreken. Hij wilde weten: Is er nog een mogelijkheid om deze conflicten op te lossen?

De grote conferentie in Stuttgart – een beslissend moment

Er werd een datum afgesproken – en toevallig viel die op Steiners verjaardag. Het was een grote conferentie in Stuttgart, waar meer dan 1000 antroposofen bijeenkwamen – aanzienlijk meer dan bij de kerstconferentie.

Een bijeenkomst van deze omvang was zeldzaam. Maar Steiner was vastbesloten:
Nu is het moment gekomen waarop iedereen moet komen. Anders zal de antroposofische beweging onvermijdelijk ten onder gaan.

Hij meende het serieus. De conferentie vond plaats van 25 februari tot 1 maart 1923. Maar opmerkelijk genoeg sprak Steiner de eerste dagen geen woord.

De eerste dagen: stilte en observatie

Rudolf Steiner luisterde alleen maar – twee dagen lang. Hij observeerde hoe de antroposofen elkaar verscheurden:

De ouderen tegen de jongeren

De platonici tegen de aristotelici

Algemene ontevredenheid en ruzie

Iedereen zei: We kunnen niet meer met elkaar overweg!

Toen, op 27 februari, hield Rudolf Steiner zijn beslissende voordracht…

Rudolf Steiner en het beslissende moment op 27 februari

Rudolf Steiner hield zijn voordracht pas na twee dagen van stil observeren. Met zijn heldere blik nam hij de energieën van de aanwezigen in Stuttgart in zich op om de sfeer te peilen. Pas op 27 februari nam hij voor het eerst het woord – en wat volgde was van enorme intensiteit.

Er zijn verslagen van deze voordracht die laten zien dat Steiner onverbloemd en direct ter zake kwam. Hij legde meteen alle kaarten op tafel en zei:

“Beste vrienden, zo kan het niet verder! Het Goetheanum is afgebrand omdat er onder ons veel te veel onenigheid heerst!”

De woorden troffen de aanwezigen als een klap en velen waren geschokt. Volgens verslagen brak er bij deze uitspraak een golf van emoties los – mensen huilden bij bosjes. De reikwijdte van wat Steiner verklaarde, deed de aanwezigen beseffen hoe zwaar het verlies van het Goetheanum werkelijk was.

Wat Steiner van de antroposofen verwachtte

In zijn voordracht maakte Rudolf Steiner duidelijk wat hij eigenlijk van de antroposofen verwachtte:

Hij hoopte dat ze zouden leren zorgvuldig en tactvol met elkaar om te gaan – dat er iets wezenlijks tussen hen zou kunnen ontstaan.

Volgens zijn visie moesten twee spiritueel geschoolde antroposofen elkaar niet alleen ontmoeten, maar een wezenlijke ontmoeting beleven.

Maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan wisselde men van gedachten over theoretische systemen.

• Men discussieerde over interpretaties van de antroposofie.

• Men distantieerde zich door te zeggen: Mijn exegese van de voordracht is zo, die van jou is anders.

• Iedereen was ervan overtuigd dat zijn interpretatie de juiste was.

Deze intellectuele debatten leidden ertoe dat de eigenlijke wezenlijke verbinding tussen de antroposofen niet tot stand kwam.

Het probleem van de intellectuele debatten

Na verloop van tijd ontwikkelde zich een praktijk die velen kennen: citaten van Steiner werden niet gebruikt als inspiratie, maar als een soort wapen om de ander met argumenten en citaten schaakmat te zetten.

Dat was voor Rudolf Steiner uiterst frustrerend en schokkend, want dat was precies wat hij wilde voorkomen. Het ging hem erom dat antroposofen een spirituele ontwikkeling doormaakten die hun ontmoetingen zou veranderen – dat ze in deze ontmoetingen een soort ontwaken zouden ervaren.

Het ontwaken in het geestelijk-zielenleven van de ander

Steiner verwachtte dat twee spiritueel geschoolde mensen elkaar op een heel andere manier zouden ontmoeten dan gewone mensen. Bij hen zou zich een dieper inzicht in het wezen moeten ontvouwen – een ervaring die bij mensen die niet spiritueel geschoold zijn niet op deze manier kan ontstaan.

Hij noemde dit fenomeen het ontwaken in het geestelijk-zielenleven van de ander. Dat was de kernboodschap van zijn voordracht.

Het belang van de omgekeerde cultus

Steiner benadrukte hoe oneindig belangrijk het is dat antroposofen leren elkaar met een open hart en geest te ontmoeten – zich niet te verliezen in intellectuele debatten, maar een diepere wezenlijke waarneming te ontwikkelen.

Deze vaardigheid moest bewust worden aangeleerd. Hij legde in zijn voordracht uit dat dit precies de kern van de omgekeerde cultus is: het vermogen om elkaar te ontmoeten.

De kracht van oprechte ontmoetingen

Misschien heeft een aantal van jullie al ervaren hoe ongewoon diepgaand een echte ontmoeting kan zijn.

• Je ontmoet iemand die je net hebt leren kennen.

• Je praat met hem of haar – misschien pas een half uur.

• Maar het gesprek voelt ongelooflijk vertrouwd aan.

Het gaat niet om betweterij, niet om de ander de les te lezen of om GA-nummers en citaten van Steiner uit te wisselen.
Het gaat om luisteren, aandachtig luisteren, interesse tonen in de ander.

In zulke ontmoetingen opent zich iets – er ontstaat een ruimte waarin het wezen van de ander zich kan openbaren. Het is als een zuigkracht, een kracht die door oprechte interesse zo sterk wordt dat de ander zich vanuit zijn diepste innerlijk begint te uiten.

Dat is een niveau van vertrouwen dat in zulke gesprekken kan worden gecreëerd. Dat was precies waar het Rudolf Steiner om ging – niet om een intellectueel debat, maar om een diepere geestelijke verbinding tussen mensen.

Het belang van het wezenlijke gesprek

Ik zou nu heel graag met jullie in de seminarruimte zijn om te bespreken of jullie zoiets ooit hebben meegemaakt.

Er zijn twee soorten ontmoetingen:

• De gewone, verstandelijke interactie – men praat met elkaar, vaak oppervlakkig, en wisselt gedachten uit.

• De diepere, wezenlijke ontmoeting, die Rudolf Steiner beschrijft als ontwaken in het geestelijk-zielelijke van de ander.

Steiner zegt dat er mensen zijn die al tien jaar met elkaar getrouwd zijn en elkaar toch niet echt kennen. Omdat ze nooit hebben geleerd om elkaar op een dieper, wezenlijk niveau te ontmoeten – zich met oprechte interesse te openen voor het innerlijk van de ander.

Het grote geheim van de omgekeerde cultus

Dit spirituele ontwaken in een groep kan een sfeer creëren die veel verder gaat dan alleen woorden. Er ontstaat een zuigkracht die voortkomt uit diepe interesse in de ander.

Maar wat veroorzaakt deze zuigkracht? Hier ligt de sleutel, het grote geheim dat Rudolf Steiner op 27 februari 1923 voor duizend mensen probeerde uit te leggen – een geheim dat echter alleen door ervaring echt kan worden ontsluierd.

Steiner benadrukte:
Als een groep mensen een oprechte, diepe interesse in elkaar en in een hoger doel ontwikkelt, ontstaat er een zuigkracht.

Als men deze groep helderziend zou bekijken, dan zou men kunnen zien hoe ze een etherische schaal opbouwt – een soort kelk.

De aantrekkingskracht van de omgekeerde cultus

Dit zuigende effect heeft een magische kracht, een aantrekkingskracht die hogere spirituele wezens in deze schaal kan trekken.

• Alleen groepen die de omgekeerde cultus beheersen, kunnen deze schaal vormen.

• Er zijn groepen die dit instinctief goed doen.

• Maar alleen degenen die zich bewust aan deze praktijk wijden, creëren een krachtige, spirituele verbinding.

Dit is geen puur intellectueel concept, maar een levendige ervaring die zich ontvouwt door echt, bewust handelen.

De aantrekkingskracht van de omgekeerde cultus

Deze aantrekkingskracht, die ontstaat door de gemeenschappelijke spirituele interesse, leidt er volgens Rudolf Steiner toe dat hogere spirituele wezens zich in een dergelijke groep neerstrijken.

In zijn voordracht op 27 februari 1923, ter gelegenheid van zijn 62e verjaardag, onthulde Steiner dit onvoorstelbare geheim van een derde cultus – de sociale cultus.

Hij legde uit dat alleen als de antroposofen in staat zouden zijn om deze sociale cultus te beoefenen en te beheersen, engelenwezens of nieuwe groepszielen zich geleidelijk aan op aarde zouden kunnen vestigen. Deze nieuwe groepszielen zouden het dan mogelijk maken dat de spirituele stromingen in vrede met elkaar kunnen samenwerken.

De beslissende taak van de groepen

Steiner benadrukt dat het ervan afhangt of groepen erin slagen deze nieuwe groepsgeesten in hun midden te vestigen.

Deze spirituele wezens verlangen naar een verbinding met de mensen, maar ze kunnen alleen terechtkomen waar een harmonieuze spirituele ruimte is ontstaan. Het is bijzonder tragisch wanneer er onrust heerst onder de antroposofen, omdat dit een veel schadelijker effect heeft op de spirituele wereld dan conflicten buiten de spirituele stromingen.

Het geluid van het onzichtbare hameren

In zijn voordracht sprak Rudolf Steiner over een noodzakelijk evenwicht: door de omgekeerde cultus zouden nieuwe groepszielen voor vrede moeten zorgen.

Deelnemers aan deze voordracht vertelden later dat ze plotseling met een innerlijk oor iets hoorden wat ze bij geen enkele andere voordracht van Steiner eerder hadden waargenomen: een hameren, een kloppend geluid.

Deze klopgeluiden dienden niet alleen als uiterlijke symboliek, maar waren volgens Steiner bedoeld om de spirituele wereld uit te nodigen om zich in de groep te nestelen. Mensen hoorden het geklop, hoewel Steiner geen hamer in zijn hand had – het fenomeen was zo sterk dat het velen diep raakte.

De spirituele ervaring van de voordracht

Er zijn verslagen van deelnemers die beschrijven hoe ze tijdens de voordracht plotseling als betoverd naar boven staarden – allemaal gericht op dezelfde plek. Sommigen zeiden dat ze iets hadden gezien of gevoeld, alsof ze met kokend heet water waren overgoten.

Deze voordracht had een buitengewone kracht. En als je deze verslagen leest, zou je kunnen vermoeden – en dat is mijn persoonlijke mening – dat Steiner de voordracht bewust zo heeft vormgegeven dat de toehoorders direct konden ervaren hoe de kracht van de omgekeerde cultus zou kunnen werken.

De omgekeerde cultus – een krachtige ervaring

Rudolf Steiner sprak niet alleen over de omgekeerde cultus, maar voerde deze waarschijnlijk op dat moment ook uit. Daarom waren zoveel mensen diep geraakt – tot tranen toe geroerd, buiten zichzelf van emotie.

Sommigen beschreven de ervaring als een pinkstergebeurtenis – vergelijkbaar met het moment waarop de discipelen met Pinksteren plotseling één taal spraken. Misschien geeft dit ons een beeld van de onvoorstelbare kracht die een omgekeerde cultus in een groep kan hebben.

Ik wilde dit beeld met jullie delen, zodat jullie je kunnen voorstellen waar het om gaat. Natuurlijk blijft het onderwerp nog enigszins abstract, en ik geef toe dat ik er vandaag niet helemaal in slaag om het concreter te maken. Ik vraag hiervoor uw begrip.

Vragen uit de chat – Hoe werkt de omgekeerde cultus?

Michael, ik kijk nu in de chat en zie een aantal spannende vragen die het waard zijn om te delen:

• Joachim vraagt: Hoe werkt de omgekeerde cultus concreet?

• Een andere opmerking luidt: “Als twee of drie in mijn naam bijeen zijn, dan ben ik midden onder jullie.”

Deze gedachte past heel goed! De omgekeerde cultus heeft een bijzondere kracht die niet zomaar instinctief ontstaat – ze moet bewust worden beoefend.

De methode van de cultus – De vier fasen

Er bestaat inderdaad een methode, en deze methode is een cultus. Wie zich heeft verdiept in de vormen van een cultus, weet dat cultus al duizenden jaren volgens regelmatige structuren verloopt.

Een cultus bestaat traditioneel uit vier fasen:

1. Openbaring (offertorium) – uitnodiging van de spirituele wereld.

2. Offer – een stap dieper in de astrale wereld.

3. Transformatie – overgang naar de levenskrachten, het krachtlichaam.

4. Communie – verbinding met het fysieke niveau.

Deze structuur bestaat tot op de dag van vandaag in liturgieën, bijvoorbeeld in de katholieke kerk. Daar begint de cultus met de uitnodiging van de spirituele wereld (openbaring). Daarna volgt het offer, waarbij het astrale een rol speelt.

Na deze fase volgt de transsubstantiatie – hier vindt de transformatie plaats, die het spirituele omzet in een reële substantie. De laatste fase, de communie, brengt dit naar het fysieke niveau: de priester reikt de hostie aan de gelovigen.

De sacramentele magie van de cultus

Deze hostie is niet zomaar materiële substantie – ze is door de vier fasen getransformeerd. Ze is getranssubstantieerd, dus niet alleen fysiek, maar door een sacramentele proces ook geladen met spirituele essentie.

Dit proces is een vorm van sacramentele magie. Het is het proces waardoor een fysieke substantie een bovennatuurlijke kwaliteit krijgt – door openbaring, offer, transsubstantiatie en communie.

Precies deze structuur vormt ook de basis voor de omgekeerde cultus, die een even krachtige transformatie in het spirituele domein teweeg kan brengen.

Hier is je tekst in een duidelijkere en leesvriendelijkere opmaak:

De kracht van de sacramentele cultus en de omgekeerde cultus

Rudolf Steiner benadrukt dat de sacramentele cultus een onvoorstelbare kracht heeft om gemeenschappen te vormen. Door de eeuwen heen konden door liturgie, mis en cultus spirituele gemeenschappen over de hele wereld ontstaan – een ontwikkeling die vandaag de dag weliswaar verandert, maar nog steeds voortduurt.

Maar om de omgekeerde cultus echt te begrijpen, is er een cruciaal punt dat men moet begrijpen. Dit punt is essentieel voor het begrip.

Bij de sacramentele cultus wordt de geestelijke wereld uitgenodigd om haar kracht via de priester en de gemeenschap in de fysieke wereld te offeren en deze daardoor te vergeestelijken.

De hostie is niet zomaar een stuk brood – door dit sacramentele proces wordt ze doordrongen van de kracht van Christus. Deze kracht is niet alleen symbolisch, maar volgens Steiner heel reëel.

De omgekeerde cultus – de weg van beneden naar boven

Terwijl de sacramentele cultus in vier stappen van boven naar beneden verloopt (geestelijk → astraal → etherisch → fysiek), keert de omgekeerde cultus deze weg om.

Hij begint niet met de openbaring van de geestelijke wereld, maar met de communie – echter in een nieuwe betekenis.

Hier ligt een diepere betekenis:

• Het begrip communie doet denken aan communicatie – beide woorden zijn taalkundig verwant en dat is niet toevallig.

Communicatie vormt de eerste stap van de omgekeerde cultus.

De eerste stap: geweldloze communicatie als fundament

De eerste stap van de omgekeerde cultus vereist geweldloze communicatie. Er moet vrede onder de mensen heersen.

Steiner benadrukt:
Als deze eerste stap niet wordt vervuld, kan het hele verdere proces niet slagen.

Veel groepen falen al op dit punt, want het is van cruciaal belang dat er geen vijandigheid of vooroordelen bestaan onder de aanwezigen.

Als een deelnemer al innerlijk denkt:
“Ik kan deze persoon niet uitstaan.”
“Hij weer – ik heb dit al honderd keer gehoord.”

Dan is het hart niet zuiver en is de eerste stap niet vervuld. De omgekeerde cultus kan niet worden voortgezet.

Ervaringen met deze eerste stap

Een praktijkvoorbeeld laat zien hoe cruciaal dit proces is.

• Er is een intensieve inspanning nodig om samen een gelijk beeld of ideaal te ontwikkelen.

• Alle blinde vlekken en voorbehouden moeten worden weggenomen.

• Als dit lukt, kan een hogere geest volgen.

Dat is precies wat Rudolf Steiner beschrijft: alleen als de communie ontstaat als communicatie in echte eenheid, kan een verdere spirituele stap worden gezet.

De betekenis van de eerste fase van de omgekeerde cultus

Ik wil nog eens wat dieper ingaan op de eerste fase, voordat we ons gaan richten op de volgende stappen, omdat ik zie dat velen van jullie daarin geïnteresseerd zijn.

Het is opmerkelijk hoe concreet Rudolf Steiner in zijn voordracht werd. Hij zei dat de eerste stap beter kan worden bereikt als men al bij het betreden van de ruimte bewust een innerlijke houding van eerbied aanneemt.

Bewust de ruimte betreden – de innerlijke voorbereiding

Steiner gaf een praktische instructie:

• Al voordat je de ruimte binnenkomt, moet je je innerlijk afstemmen op het spirituele werk.

• Bij het indrukken van de deurklink en het overschrijden van de drempel moet er een gevoel van eerbied, nederigheid en bescheidenheid in je hart zijn.

Wie dit gevoel niet kan opbrengen, mag de ruimte niet betreden.

We hebben deze instructie in verschillende groepen geoefend. Voordat we met het gezamenlijke werk beginnen, verzamelen we ons voor de ruimte en proberen we dit gevoel van eerbied in ons te ontwikkelen.

De drempel als bewuste overgang

Velen van jullie die actief zijn in de hogeschool kennen de betekenis van een drempel.

• Er zijn drempelbewakers die een belangrijke rol spelen.

• Mensen bij de deur ontvangen en begroeten de aankomenden.

Door deze bewuste overschrijding van de drempel wordt de alledaagse mens afgelegd en betreedt men een geheiligde ruimte.

De betekenis voor leraren en leerlingen

Als Waldorfdocent heb ik deze praktijk vaak toegepast – zowel in vergaderingen als in de lessen.

• In onze docentenvergaderingen herinnerden we ons er altijd aan dat het belangrijk is om bewust de alledaagse mens af te leggen voordat we de klas binnenstappen.

• Steiner beschreef dit ooit als volgt:
“Voordat je de klas binnenkomt, moet je je alledaagse mantel innerlijk aan een haak hangen. Je ideale mens moet de ruimte binnenkomen.”

Deze houding was voor mij als leraar essentieel om de lessen bewust en met een innerlijke eerbied vorm te geven. Vaak ging het overschrijden van deze drempel gepaard met een spreuk, een weekspreuk of samen zingen.

Het belang van gezamenlijke harmonie

Maar er zijn ook uitdagingen in dit proces.

• Er waren situaties waarin mensen voelden: “Vandaag ben ik gespannen. Ik voel een innerlijke spanning ten opzichte van iemand in de ruimte.”

• Ze besloten toen bewust niet deel te nemen totdat ze deze innerlijke spanning konden loslaten.

• Vaak ging later de deur open en zei iemand: “Ik ben gekalmeerd en kan nu met een open hart de ruimte binnenkomen.”

Waarom de eerste fase cruciaal is

Het wederzijdse respect voor elkaar is de fundamentele basis voor het ontstaan van een spirituele schil.

Als deze eerste fase niet wordt vervuld, kan het verdere proces van omgekeerde cultus niet slagen.

De vier fasen van omgekeerde cultus

Nu wil ik kort de tweede, derde en vierde fase van de omgekeerde cultus introduceren, zodat er in ieder geval een eerste indruk ontstaat.

Eerste fase: van dode gedachten naar levend denken

Deze eerste fase is cruciaal: – Het gaat niet om praten over iets, maar om praten vanuit iets.
– In veel groepen worden intellectuele gesprekken gevoerd over esoterische, politieke of spirituele onderwerpen – vaak met citaten, meningen en argumenten.
– Maar de omgekeerde cultus vereist iets anders: de sprong van dode kennis naar de levende wereld van ideeën.

Steiner beschrijft deze overgang als een beweging weg van puur denken naar het ervaren van de wereld van ideeën.
Dit doet denken aan Plato’s grotvergelijking:
– Niet langer de flikkerende schaduwen op de grotwand beschrijven,
– Maar de blik richten op de wereld van ideeën daarachter.

Tweede fase: het gezamenlijke spirituele idealisme

Steiner stelt de vraag:
Waar komt de energie in groepen vandaan? Waarom zijn sommige groepen explosief, creatief en vol kracht?

Het antwoord ligt in het gezamenlijke enthousiasme.
Een groep komt tot leven wanneer ze een gezamenlijk spiritueel idealisme vindt.

Dit proces kan als volgt worden beschreven:
1. Van gedachte naar levendige gedachte
2. Van levendige gedachte naar idee
3. Van idee naar ideaal

Hier komt de kracht van de Pinkstervaring naar voren:
– We kennen de beelden van Pinkstergemeenschappen met vlammen boven hun hoofden.
– Deze vlam symboliseert het enthousiasme dat een gemeenschappelijk ideaal ontsteekt.

Een voorbeeld:
Als een groep zou besluiten om het geheim van de omgekeerde cultus te doorgronden en dit met oprecht enthousiasme zou doen, zou ze al de tweede fase bereikt hebben.

Derde fase: de ontmoeting van wezens

Nu gebeurt er iets alchemistisch:
– Een deelnemer drukt zijn diepste innerlijke gevoelens uit.
– Hij legt zijn innerlijk bloot door te onthullen wat er in zijn wezen omgaat.

Deze openheid creëert een geheel nieuw niveau van ontmoeting.
Nu kan de ander hem echt herkennen – in de kern van zijn wezen.

Op dat moment vindt de eigenlijke ontmoeting van wezens plaats:
– Men ziet de goddelijke vonk in de ander,
– Men herkent hem op een ziels-geestelijk niveau, – Men ontwaakt in het geestelijke wezen van de ander.

Dit is de diepere dimensie van de omgekeerde cultus.

De derde fase van de omgekeerde cultus: het ontwaken in het geestelijk-zielsmatige van de ander

Deze derde fase kan worden bereikt wanneer men in de tweede fase een mens in zijn diepste innerlijk ontmoet – wanneer zijn diepste idealisme een thema voor hem wordt en hij dit met anderen kan delen.

• Voorwaarde hiervoor is dat de toehoorders met open hart en open oren ontvangen.

• Alleen dan kunnen zij het wezen van de ander herkennen en waarnemen.

Dit herkennen is een ontwaken – en het is een hoger ontwaken.

Steiner spreekt van drie stadia van ontwaken, maar de meeste mensen ervaren er vandaag de dag slechts twee.

Het ontwaken op dit derde niveau – het ontwaken in het geestelijke en zielsleven van de ander – is een ik-gericht ontwaken dat veel mensen niet ervaren.
Dit ontwaken moet bewust worden geoefend, anders komt het niet tot stand.

Het diepe herkennen in relaties en vriendschappen

Een dergelijk ontwaken kan ook in partnerschappen, vriendschappen en relaties een doorslaggevende rol spelen.

Steiner beschrijft dat het in de toekomst onontbeerlijk zal zijn om minstens één keer de ander wakker en bewust in zijn diepste kern te hebben herkend.

Een hoogtepunt in de biografie.

Een moment van ware ontmoeting.

Dit moment moet bewust in herinnering worden gehouden, omdat het een grote hulp kan zijn in moeilijke tijden.

• Als er donkere periodes komen,

• als de ander verandert of er wolken boven hem samenpakken,

als je zelfs aan hem twijfelt.

Dan is het belangrijk om vast te houden aan dit ene moment van inzicht – het moment waarop de ander verscheen in zijn ware aard, zijn grootsheid en zijn innerlijke glans.

Het zuigende effect van het ontwaken in een groep

Wanneer een groep gezamenlijk deze derde fase bereikt, gebeurt er iets buitengewoons.

• Er ontstaat een zuigend effect dat een onzichtbare kracht ontplooit.

• Sommige mensen beschrijven het alsof er plotseling een magneet wordt ingeschakeld.

• Anderen vertellen dat ze het gevoel hadden dat hun engel achter hen krachtig zijn vleugels uitsloeg.

Dit ontwaken kan, wanneer het door meerdere mensen in een groep wordt ervaren, een sterke magnetische kracht genereren.

De vierde fase: de aantrekkingskracht van hogere wezens

Steiner legt uit dat dit zuigende effect hogere spirituele wezens aantrekt.

• Er kan een groepsgeest, een nieuwe groepsziel ontstaan.

• Deze groepsziel is nog hoger dan het bewustzijn van een individuele engel.

Als de kracht in een groep sterk genoeg is, kunnen hogere engelenwezens zich er thuis voelen en ermee werken.

Deze vierde fase vormt dus het hoogtepunt van de omgekeerde cultus – de uitnodiging aan hogere wezens om zich met de groep te verbinden.

Het geheim van de omgekeerde cultus

De omgekeerde cultus is een spiritueel geheim dat Rudolf Steiner beschrijft als een analogie met de sacramentele cultus.

Net zoals een priester een hostie in iets heiligs verandert, waarin de christelijke aanwezigheid aanwezig is, zo moet een groep leren een sterke spirituele kracht te ontwikkelen, zodat hogere christelijke wezens zich daarin kunnen vestigen.

Steiner wijst erop dat het vaak geciteerde woord “Als twee of drie in mijn naam bijeen zijn, ben ik midden onder hen” veel meer is dan een simpele uitdrukking – er schuilt een onvoorstelbare kracht en intense inspanning achter.

Dit was een poging om de omgekeerde cultus als geheel weer te geven – een bescheiden inkijkje in de diepgang en betekenis ervan.

Vragen uit de chat – offer en transformatie

Er komen twee centrale vragen naar voren:
1. Wat heeft de derde fase te maken met offeren?
2. Is de derde fase de transformatie?

De omgekeerde cultus begint op het aardse niveau, in de alledaagse realiteit:

5. Communie – uitwisseling, fysiek niveau.

6. Transformatie – overgang van dood denken naar levend denken, naar het idee.

7. Offer – overgang naar de geestelijke wereld door enthousiasme en toewijding.

De derde fase van opoffering betekent het egocentrische oordelen achter zich laten.
Dit is nodig om een zuiver oog te worden dat de ziel van de ander kan waarnemen.

De vierde fase – een daad van genade

De vierde fase is de enige die niet actief tot stand kan worden gebracht. Ze vindt plaats als genade wanneer de groep ‘uitverkoren’ wordt.

Steiner beschrijft dat een groep door haar openheid een schaal vormt waarin hogere spirituele wezens zich kunnen vestigen.
Op zulke momenten kan een grote wijsheid door een mens spreken – alsof het een inspiratie is, niet uit het hoofd, maar geschonken door een hogere wereld.

Deze fase is vergelijkbaar met een pinksterervaring, een moment waarop het spirituele niveau voelbaar wordt en een groep goddelijke inspiratie ontvangt.

Methodisch oefenen – Hoe ervaar je de fasen bewust?

Sommigen vragen zich af of je de fasen bewust ervaart en reflecteert.

Onze groepen hebben het eerst geoefend zoals in een dansles: – Reflectie na elke fase – Bewust doorlopen van het proces

Maar na verloop van tijd wordt het een natuurlijk ritme dat vloeiend verloopt.

Afsluiting en dank

Na anderhalf uur intensief discussiëren mag het gehoorde nu nagalmen en bezinken. Hartelijk dank aan Michael voor zijn diepgaande, levendige verslag over de omgekeerde cultus en zijn ervaringen.