Wetenschap kan antwoord geven op morele vragen | Sam Harris

Tot voor kort gaf religie alle antwoorden op morele vragen. Voor veel mensen is dat nog steeds zo. Sam Harris laat zien dat een mens uiteindelijk zelf verantwoordelijk is en dat er een convergerende objectieve moraliteit bestaat die we als mens denkend kunnen vinden met elkaar.

De opvatting dat elke mening zo goed is als een andere leidt tot nihilisme en onverschilligheid. Er bestaat wel degelijk verschil voor je lichaam of een je zuiver water drinkt of een gifbeker.

Van het ene uiterste, het dogmatisch vasthouden aan de overtuiging dat er maar een waarheid is, die van mijn groep, zij we terechtgekomen in het andere uiterste, dat iedereen zijn eigen waarheid heeft.

In 1894 publiceerde Rudolf Steiner zijn Filosofie van de Vrijheid waarin hij twee vragen stelt:

De eerste vraag is of je zo in het menselijke wezen kunt doordringen dat je een vast punt vindt waarop je al je verdere ervaringen en kennis kunt baseren. Want bij alles wat je ervaart en te weten komt, kun je het gevoel hebben dat het niet op zichzelf kan steunen. Het kan betwijfeld en bekritiseerd worden en daardoor zijn zekerheid verliezen.

De tweede vraag luidt: mag de willende mens zichzelf vrijheid toeschrijven of is deze vrijheid slechts een illusie, die in hem ontstaat omdat hij niet doorziet dat zijn wil net zo gedetermineerd is als ieder natuurproces?

Het hele boek is een weg naar het antwoord dat het vaste punt het denken is en dat van daaruit ook vrijheid bestaat. Het verhaal van Sam Harris gaat wezenlijk over dezelfde vragen.

Er bestaat niet enkele één waarheid of weg. Maar er bestaat wel een gebied , een landschap, waarin meerdere heuvels en dalen zijn, en er zijn niet eindeloos veel wegen die daarheen leiden.

De waarheid ligt in het midden wordt weleens gezegd. Als een soort makkelijke uitweg tussen onverenigbare tegenstellingen. Dat midden is geen aritmetisch midden tussen uitersten maar een nieuw gebied dat door mensen samen geschapen wordt.