De oproepende kracht van woorden

Veel woorden roepen iets in ons op. Dat iets is een soep van beelden, sensaties, emoties, energie, gedachten, psychische beweging of bevriezing, enz. De oproepende kracht van een woord is dat wat het in jou teweegbrengt.

Het woord Christus, als voorbeeld, roept bij een diepgelovige Christen iets anders op dan bij een militante atheïst. En weer iets anders bij iemand met een ander geloof of levensbeschouwing. En bij iemand die nog nooit van het woord gehoord heeft mogelijk niet meer dan de vraag: wat is dat?

Een van de woorden die we veel gebruiken is ‘ik’. In Voor mijn ziel beschrijf ik een handeling waarbij je onderscheid maakt tussen jou en jouw ziel als een manier om emoties te verwerken. Dat wat zich onderscheid van mijn ziel, dat ben ik. Ik vooreerst als denkbeeld. En waarom een denkbeeld? Omdat alles waar je over spreekt begint als denkbeeld.

Een denkbeeld denken roept de werkelijkheid op waarvan het denkbeeld een beeld is. Zo werkt ook opvoeding. Als ik mij verbeeld dat ik een ‘ik’ ben en dat gebruik bij bijvoorbeeld het verwerken van emoties dan schep ik een denkrelatie tussen het denkbeeld ‘ik’ en het denkbeeld ‘ziel’. Waarbij de emoties voor mij geen denkbeeld zijn maar werkelijke ervaringen. Door deze emoties te denken als bewegingen in mijn ziel (als denkbeeld) en mijzelf te denken als een eeuwig ik dat deze ziel geschapen heeft en kan waarnemen en veranderen, roep ik dit ik op als werkelijkheid en wordt het werkzaam.

Dit oproepen van het ik moet met kracht en overtuiging gebeuren, als een kwestie van leven of dood.

Het ‘ik’ als denkbeeld is het werk van de bewuste ziel. De ziel kan het ik oproepen. Dit vraagt om een krachtig denkbeeld van het ‘ik’ en tegelijkertijd de moed van het ego om zich volledig over te geven te geven aan een ik wat eerst nog maar een denkbeeld is.

Jij kent, met enig zoeken, wel ervaringen in jouw leven waarbij dit spontaan gebeurde. Dat is de genade van het ik dat op die manier aan jou haar bestaan toont. Het herinneren van deze ervaringen kan je de moed en het vertrouwen geven dat jij jouw ik kunt zijn en van daaruit werkzaam kunt worden. Werkzaam worden aan je ziel en meer.